Condrieu, zo’n 40 km ten zuiden van Lyon aan de rechteroever van de Rhône, is het belangrijkste herkomstgebied voor witte wijn in de noordelijke Rhône. De wijnen die hier vandaan komen zijn altijd gemaakt van 100% viognier. De wijngaarden (± 168 ha in 2013) liggen als een lint van zo’n 16 km parallel aan de rivier en verbinden als het ware de zeven dorpen die onder de AOC Condrieu vallen. Dat zijn van noord naar zuid: Condrieu, Vérin, Saint-Michel-sur-Rhône (allen AOC sinds 1940), Chavanay, Malleval, Saint-Pierre-de Boeuf en Limony (laatstgenoemde dorpen zijn in 1967 toegevoegd). Mogelijkheden voor verdere uitbreiding zijn er nauwelijks, mede waardoor Condrieu-wijnen enigszins schaars zijn en een behoorlijk prijskaartje hebben. Het lage basisrendement van 37 hl/ha (en in 2013 gemiddeld 29 hl/ha) en de moeilijk te bewerken wijngaarden op de helling spelen eveneens een rol. De bodem bevat graniet en ‘arzelle’ (een mengsel van granietsplit, mica, leisteen en klei); het klimaat is continentaal, met lichte mediterrane invloeden.

Viognier

De Viognier is de druif van Condrieu. Er mogen geen andere druiven gebruikt worden. Kenmerken van de Viognier zijn de frisheid en de exotische aroma’s.

Wijngaarden

Rondom het dorp Condrieu liggen de meest oorspronkelijke wijngaarden. Hier vindt men rijke en weelderige wijnen. Meer zuidelijk, richting Malleval bevat de bodem meer graniet en tonen de wijnen meer mineraliteit. In het algemeen kenmerken Condrieu-wijnen zich door een soepele en vettige (alcohol) mondinzet met exotische fruittonen en een aantrekkelijke frisheid in de jeugd. In de geur vinden we associaties van bloesem en abrikoos. Veel van de wijnen worden op houten vat gelagerd (en gefermenteerd). Condrieu leent zich om jong gedronken te worden en heeft een gemiddelde bewaarpotentie van zo’n vijf jaar. In zeer goede oogstjaren kiezen sommige producenten voor een geringe oogst pourriture noble (overrijpe, door edele rotting aangetaste druiven).

Populaire wijnen